CSRD, hoe staat het ermee?
In de vorige uitgave van De Brobbels introduceerden we CSRD en de projectgroep die daaraan werkt. We maakten kennis met de verschillende sub-werkgroepen en hun ‘trekkers’. Wat is de status? Welke stappen zijn gezet? We vroegen het Marlous en Berend.

StaVaZa
De afgelopen periode maakte de CSRD-werkgroep flink meters. De zogenaamde ‘scopes’ van de verschillende thema’s werden uitgewerkt, wat zoveel inhoudt als bepalen wat er nu wel en niet bij hoort. Van daaruit is gekeken naar wat er nodig is om CSRD-proof te worden. En dat loopt erg uiteen. Soms gaat dat over het schrijven van nieuw beleid en soms over het aanpassen van bestaand beleid. De projectleden hebben een start gemaakt met het in kaart brengen van de eisen die worden gesteld aan (het inzamelen en verwerken van) data. Kortom, er is tot nu onder de radar veel uitzoekwerk verricht.

In de praktijk
De komende tijd gaat de projectgroep aan de slag gaan met het schrijven van beleid, het maken van actieplannen en het inrichten van de rapportages voor elk van de thema’s (SDG’s). Dit betekent ook dat wij en onze omgeving meer van CSRD gaan merken en zien. En dat is hét moment om ook iemand toe te voegen die meedenkt over wanneer en op welke manier dat is. Hilda Rozema werd vanuit Communicatie toegevoegd aan de projectgroep. En dat mes snijdt aan twee kanten. WMD is verplicht om vanaf 2025 alle CSRD-informatie mee te nemen in haar jaarverslag en het schrijven van dat jaarverslag is iets wat het team Communicatie jaarlijks coördineert.

SDG15 ‘Leven op het Land’
We zoomen dit keer extra in op één van de sub-werkgroepen en wel ‘die van’ Berend Wegman. Met zijn werkgroep kijkt hij naar SDG15, het deel dat gaat over biodiversiteit, en wat WMD daarin volgens de regelgeving móet doen (en ook naar wat níet).
Berend: ‘Klimaatverandering, verontreinigingen, landgebruik, zoetwatergebruik en de opkomst van zogenaamde ‘invasieve soorten’ zijn van grote invloed op biodiversiteit. Bij dit thema gaat het om de invloed van onze activiteiten op de verscheidenheid van planten, dieren en micro-organismen. Maar ook over de ecosystemen die binnen WMD-terreinen actueel zijn en hoe daarmee wordt omgegaan. Biodiversiteit krijgt binnen WMD al veel aandacht, we doen al veel maar leggen dit niet altijd helder vast. En daardoor kunnen niet voldoende aantonen dat de dingen die we doen de goede dingen zijn.’

Standpunt innemen
Een externe partij is aangetrokken om de werkgroep van Berend hierin te begeleiden. NL adviseurs uit Arnhem hielp al met het opstellen van een conceptnotitie; een eerste stap. Dit is een document met daarin een voorstel of plan, dat ter beslissing wordt voorgelegd aan het bestuur. Tijdens een verdiepingssessie van het MT op 7 mei werd deze conceptnotitie daarom gepresenteerd aan het MT. Een volgende stap is dat zij dit voorstel gebruiken om een standpunt in te nemen want; wat is dan precies de ambitie van WMD als het gaat over ‘Leven op het land’?

Kleine, maar zekere stapjes
Aanwezigen bij die presentatie ontvingen na afloop een ‘beshoudende struik’, een symbolisch gebaar. Biodiversiteit moet je – net als het plantje – regelmatig aandacht blijven geven om ervoor te zorgen dat het kan bloeien én je uiteindelijk de vruchten kunt plukken. Het standpunt van het MT – en het innemen daarvan is het huiswerk dat zij kregen – over de (voorlopige) ambitie van WMD wordt de basis voor de werkgroep van Berend. Daarna wordt een memo opgesteld die helpt om meer duidelijkheid te geven over de ambities van WMD. Pas daarna kan de werkgroep een begin maken met het schrijven van een zogenaamd biodiversiteitsbeleid en een transitieplan. En dát beleid en dát plan moet opnieuw worden voorgelegd aan het MT, omdat het goed moet aansluiten bij de ambitie van de organisatie. Kortom: een zorgvuldig proces dat stap voor stap moet worden doorlopen. CSRD betekent nogal iets! De andere CSRD werkgroepen doorlopen de komende tijd een eigen proces.